Eskesta
Herkomst: Ethiopië
Dans: Workshop en optreden van Minyeshu en haar dans-en muziekgroep Chewata
Ethiopië heeft een rijke traditie wat betreft muziek en dans. Er zijn ongeveer tachtig stammen en elk daarvan kent zijn eigen specifieke melodieën en bewegingen. De populairste dans is de Eskesta. Met de handen op heuphoogte voeren de dansers subtiele, maar zeer krachtige bewegingen met hun torso, nek en schouders uit.
De Eskesta ontbreekt op geen enkele Ethiopische bruiloft. In restaurants als Habesha en Fasika in Addis Abeba, waar grote muziek- en dansshows worden opgevoerd, maar ook in de kleinere azmari bets brengt deze dans het publiek op de been. Een azmari bet is een bar met een kleine dansvloer, waar azmari’s, troubadours, het publiek amuseren met hun veelal geïmproviseerde, kritische teksten. Azmari’s leven van hun fooien en wie hen royaal bedeelt mag een waar loflied verwachten. De muzikanten laten zich daarbij vooral inspireren door de klanten op de dansvloer, waar de dansers elkaar in speelse rivaliteit tot grote hoogte weten op te stuwen. Wie kan het meest koket met zijn hoofd bewegen, of het meest sensueel zijn schouders schudden?
Eskesta betekent in het Amhaars ‘schouderdans’. De beide ‘e’-s in het woord worden nauwelijks uitgesproken, waardoor het accent in het woord op de s komt te liggen: sksta. De Eskesta kent subtiele bewegingen waarvoor spieren gebruikt worden waarvan het bestaan niet vermoed werd. Het accent in de dans ligt op het bovenlichaam. De voeten zetten slechts kleine stapjes. De basis begint met het opgooien van het borstbeen. Terwijl de linkerschouder met een schokje omhoog gaat beweegt de linkerwang naar die schouder toe. Dan volgt hetzelfde aan de rechterkant. Het is de kunst om deze bewegingen in hoog tempo vloeiend achter elkaar uit te voeren. Zachtjes schudden met de schouders, de kin horizontaal bewegen of het hoofd met een rukje in de nek gooien als een kip behoort ook tot het repertoire van een geoefend danser. Het lijkt alsof de danser aan alle ribben, aan het sleutelbeen, de schouderbladen en aan de kin getrokken wordt. Zo laat een danseres haar borstbeen naar voren schieten, waardoor haar halsketting tot aan haar voorhoofd omhoog vliegt.
Het ritme van de Eskesta kent een driedelige maatsoort, de zanglijnen bevatten veel trillers en de dans wordt begeleid op de masinko, een eensnarige viool, de krar (lier) en de kebero, een met stokken bespeelde set van kleine trommels. Bekende artiesten, die ook Eskesta in hun repertoire verwerken, zijn Mahmoud Ahmet en Aster Aweke.
Minyeshu Kifle Tedla
De enige bij wie in Nederland de dansen uit Ethiopië te leren zijn, is Minyeshu Kifle Tedla. Zij werd geboren in Dire Dawa in het oosten aan de rand van de Ogadenwoestijn en verhuisde op haar negende naar de hoofdstad Addis Abeba. Ze ging al jong zingen in een band en dansen, wat in haar familie niet werd geaccepteerd.
Toen ze zestien was werd ze aangenomen bij het Nationaal Theater van Ethiopië, het belangrijkste gezelschap in het land. Hiermee reisde ze door Afrika, Azië en Europa. Naast het dansen bleef Minyeshu ook zingen, voornamelijk bij de band Ambassel. Met deze band reisde ze in 1996 naar Europa voor een aantal optredens. Omdat het voor haar in haar eigen land niet veilig meer bleek, bleef ze als vluchteling in België wonen.
In 1998 kwam Minyeshu via de organisatie Mosaique Vivant in contact met muzikanten uit Somalië, Soedan en Ethiopië van de groep Africa Unite. Met enkelen van hen richtte zij vervolgens de groep Chewata op, waarmee ze twee cd’s maakte: Meba en in 2007 Dire Dawa.
Ze combineert verschillende soorten traditionele muziek met elkaar en met invloeden uit de moderne westerse muziek. In 2003 trad ze op met Marco Borsato in het concert Friends for War Child. Ze zong in verschillende interculturele projecten en trad op met het Nederlands Blazers Ensemble.
Haar levensverhaal werd opgetekend in ‘Het draagbare paradijs’, een verzameling interviews met negen zangeressen.